Verhalenverteller van Gauw: Simen Jellema

0

Elk dorp had vroeger zijn verhalenverteller. In Fryslân zijn nog altijd verhalenvertellers te vinden. Die kennen hun omgeving, de natuur en de aard van de mensen, vaak heel goed. Sommige ingrediënten van hun verhalen berusten op de werkelijkheid, andere worden overtrokken en berusten op fantasie. Ditmaal gaan we op bezoek bij Simon, ‘Simen’, Jellema (1932), verhalen verteller uit Gauw.

 

Sommige mensen doe je tekort met een artikel, omdat een heel boek zou beter op z’n plaats zijn. Simen Jellema (88) uit Gauw is zo’n paradijsvogel, die het ene na het andere mooie verhaal weet te vertellen. Het is onmogelijk om deze blijde levensgenieter in één publicatie te vangen.

Puur


Simen is puur en z’n bulderende aanstekelijke lach klinkt meermalen als we hem op een kletsnatte winterdag in januari bezoeken. Op de deur van zijn winkel, die veel weg heeft van de uitdragerij van de legendarische Malle Pietje uit de serie Swiebertje, staat met zwarte viltstift op een wit papier de volgende tekst geschreven:
‘In echt Legeanster einekoer, hat kwaliteit, dus net te djoer. Elk eintsje fiild hjar jir thûs en leit hjir eikes yn it plûs. Per koer € 20, 2 stiks foar € 35’. 

Illustratief voor Simen Jellema, eigen Friese spelling, creatief en handel op de vierkante centimeter! Z’n vrouw Sietske (‘ze is nog ouder dan ik, negentig, maar dat vindt ze niet leuk om te horen’) stuurt ons door naar ‘het hok’, daar is Simen druk bezig met het vlechten van de zoveelste eendenkorf uit z’n leven. Simen begint meteen te vertellen waar hij mee bezig is.

“Ik maak eendenkorven, dat heb ik geleerd van mijn opa. Kijk, dit zijn de banden. Ik zoek wat riet uit, dat buig ik om en doe het door de eendenkorfnaald, trek het aan, draai het even een slag en zet twee rollen vast. Daarna pak ik wat afvalriet en dat draai ik er weer tussen. Zo heb je weer een nieuwe rol en daaruit bestaat zo’n eendenkorf. Deze eendenkorfnaald heb ik geërfd van een oom. Maar het vak heb ik geleerd van opa, dat was ‘een meester op vele wapens’”, weet Jellema.

Terwijl hij rustig doorgaat met vlechten, vertelt de hoogbejaarde Gauwster over hoe de naald waarmee hij vlecht, gemaakt is door de oude dorpssmid. Overal waarmee Jellema bezig is, hoort blijkbaar een verhaal bij. Over opa die op 13-jarige leeftijd de kost moest verdienen omdat zijn vader toen al overleed.

De eerste Jellema in Gauw strandde er letterlijk met z’n scheepje, omdat het lek was

“Opa kon nauwelijks lezen, dat heeft hij zichzelf geleerd. Het was een slimme vent, rekenen kon hij veel beter. Als jochie begon opa al met de handel. De Jellema’s, die al vijf geslachten in het dorp wonen, zijn allemaal kleine zelfstandigen. We zijn niet van adel, dat kan ik jullie wel zeggen”, vertelt Simen, gevolgd door een bulderlach. Niet van adel, maar wel stinkend rijk met al die levensverhalen. De eerste Jellema in Gauw strandde er letterlijk met z’n scheepje, omdat het lek was. Daarom bleef deze potschipper Jellema maar in het dorpje van De Legeaën wonen. “Dat scheepje was zo verschrikkelijk lek, ze konden hozen zoveel ze wilden, maar ze konden het niet meer in de sloot houden. De Gauwsters hebben het daarom maar op de wal getrokken en daarom zijn we inwoners van Gauw geworden. 

Bijen en bessen


Ik ben aan de andere kant in Gauw geboren, in een van de kleinste huisjes dat van mijn opa Anne was. Hij was visser en hij had 24 bijenvolken, dus hij was de grootste veehouder van De Legeaën! Ik hielp opa met het slingeren om de honing uit de raten te halen.

Opa had ook veel bessenboompjes in de tuin. Ik mocht dan rode bessen plukken én zoveel eten als ik wilde. Dat was mijn loon. Die bessen verkocht hij. Maar goed, opa verhuurde het kleinste huisje aan mijn vader Minne Jellema en moeder Oeke Bouma. Ik had het eerstgeboorterecht. Na mij kwam een tweeling: Jentsje en Richtsje, daarna kwam Annie en Geeske was de jongste. Ik had een prachtige jeugd. Ik ben op 16 februari 1932 geboren, in het hele slechte crisisjaar, maar ik had geluk. Bij de geboorte was ik tien pond, ik zat dus goed in de reserves. Ik had direct twee moeders, mijn eigen en buurvrouw Gryt, die geen kinderen kon krijgen. Gryt haalde me eerst uit de luiers en dan legde ze me in de watten.” Een bulderlach volgt.

‘Oom’ Ruurd en de heidense beelden


“Ik ging met opa vissen en eierzoeken. Vanuit de boot stuurde hij me het weiland in: ‘Simen, daar bij de zuring daar liggen de kievitseieren. Zie je de eieren al Simen? Je moet blijven staan, want straks sta je er met je voeten op.’ Als er dan nog niet vier eieren in het nest lagen, moest ik ze laten liggen. Want vier is meer dan twee nietwaar?! Toen ik in Sneek naar de Ambachtsschool ging, zat ik ook bij Anton Huizinga in de klas. Een echte Sneker. Toen Anton de inktpotten zag, zei hij: ‘Must us kieke, wat un groate inktpotten, dêr kanst wel un farken in fersúpe’. Mooi hè?!”

Terwijl Simen het ene na het andere verhaal uit z’n jeugdjaren vertelt, roept z’n vrouw Sietske dat de koffie klaar is en gaan we naar de huiskamer van de Jellema’s. Daar vertelt Simen onverdroten door, over ‘oom Ruurd’, die vanuit ‘Indië’ een Perzisch tapijt naar de familie in Gauw stuurde. Maar ook Wajangpoppen en Boeddha-beelden. “Maar die wilde opa niet in de kamer hebben, omdat hij redelijk orthodox was. ‘Ik wil die gore afgodsbeelden niet in huis hebben’. Die kwamen bij mijn vader in een kast.”

Peteroliekoning van Goënga

 

Als we in de gezellige huiskamer van Simen en Sietske zitten, vertelt Simen hoe hij elke dag met dezelfde rituelen begint. Jellema drukt zich eerst tienmaal op en speelt vervolgens een aantal Psalmen op de mondharmonica, die hij uiteraard als oprechte Fries, mûlharpe noemt. Op verzoek van ons doet Simen Jellema dat ritueel nu ook in de huiskamer. Ontroerend mooi als hij ‘Scheepke onder Jezus’ hoede’ speelt.

Simen Jellema heeft nog altijd handel in de winkelloods naast z’n huis. Daar waar hij altijd fietsenmaker was (‘ik heb nog steeds één klant’). “Ik ben 35 jaar fietsenmaker van Gauw, peteroliekoning van Goënga en krantenman van Scharnegoutum geweest”, somt de tachtig-plusser op. In het verleden en tegenwoordig zo nu en dan nog, als Jellema ergens heen ging om het oude ambacht van eendenkorfvlechten te demonstreren vertelde hij ondertussen verhalen, omdat hij het belangrijk vindt. “Verhalen zijn niet alleen de basis van de Bijbel, maar ook van ons leven!”

Tekst: Henk van der Veer
Foto’s: Tom Coehoorn – ThomasVaer

Ben of ken jij een echte verhalenverteller in Fryslân? Tip ons via: redactie@frieslandpost.nl

 

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in Friesland Post april 2020. Ook deze en nog veel meer verhalen iedere maand in je brievenbus? Word dan lid!

Delen.

Laat een reactie achter