De wereld aan je voeten in Fryslân

0

Nooit eerder ervoeren zoveel mensen tegelijk hoe het is om op afstand te werken dan de afgelopen maanden. Locatie-onafhankelijke werken blijkt met behulp van de in de afgelopen decennia ontwikkelde communicatietechnieken, goed te doen. Gretha Oost en Annet de Jong uit Akkrum zijn daar al langer bekend mee, zij werken namelijk op duizenden kilometers afstand.

 

Enkele jaren geleden vond er in een winkel in Akkrum een opvallende ontmoeting plaats. Gretha Oost (48) was kort daarvoor teruggekeerd uit Australië teruggekeerd. Ze liet na meer dan veertien jaar het land ‘down under’ achter, maar niet haar werk als productontwikkelaar. In de met smaak ingerichte winkel raakte ze in gesprek met eigenaresse Annet de Jong (49), die naast het runnen van de winkel, ook heel ander werk verricht. Annet vertelt kledingontwerper te zijn voor een Amerikaans kledingmerk. Ze staan even perplex van deze ontdekking, dat ze beiden vanuit Akkrum aan de andere kant van de wereld werken.

Gretha

Gretha kwam als student in Australië terecht voor haar stage. Enkele jaren later keerde ze terug om zich voor een langere tijd in het land te vestigen. Toen ze daar kwam bereikte een jarenlange droogte net het hoogtepunt. Water besparen was de boodschap aan de Australiërs. Ook korter douchen dus. Gretha speelde op die boodschap in en ontwikkelde een doucheklokje, om je douchetijd te timen. Daarna ontwierp ze meer producten, zoals een navulbare waterfles met filter, dat het chloorrijke Australische kraanwater drinkbaarder maakt.

Maar wat heb je aan zo’n fles als je die nergens bij kunt vullen? Dat leidde naar de volgende ontwikkeling: The O initiative. Een watertappunt, in een ronde, natuurlijke vorm, beschilderd met taferelen die door de gemeenschap zijn aangedragen. “Bij een tappunt denken mensen weleens: ‘dat ga ik niet aanraken’”, zegt Gretha. Dat imago moest eraf. Het watertappunt moest niet alleen een fontein zijn, maar ook een kunstwerk geïnspireerd op de omgeving. Een kunstenaar maakt een werk op basis van inbreng van de bewoners; zo wordt de fontein een baken dat de lokale toekomstvisie uitbeeldt. Bovendien, een watertappunt draagt bij aan verminderen van plastic afval doordat mensen minder wegwerpflessen kopen.

 

Als ‘digital nomad’ kan Gretha Oost op iedere locatie werken.

Het doel was altijd om tijdelijk in Australië te blijven. In 2017 keerde ze, met haar gezin, terug naar Nederland, kort daarna werd de eerste fontein in Australië opgeleverd. Die hele ontwikkeling en gebeurtenis regelde en volgde ze vanachter haar laptop in Akkrum. Inmiddels staan er zo’n 14 in Australië en zijn er meer in ontwikkeling, ook in Nederland. Op afstand zo’n project leiden gaat op basis van vertrouwen, maar zonder netwerk, kennis van de taal, cultuur en omgeving, was het haar naar eigen zeggen niet gelukt. In Australië werkt een marketeer voor haar. “Als we bellen, dan is het bij mij ochtend en bij haar avond. Ik maak ook gebruik van een virtuele assistent, die bijvoorbeeld op tijdstippen waarop men in Australië werkt, mails verstuurd.” Gretha werkt met diverse partners om een fontein te realiseren. Voor iedere partij heeft ze haar eigen communicatiemethode. De een via videobellen, de ander via mail.  “En de loodgieter begint heel vroeg, die stuur ik dan een bericht via Facebook-messenger en dan komt dat op een gepaste tijd aan.” Het heeft haar nog verbaasd uiteindelijk, wat er mogelijk is om zo op afstand te werken.

Annet

Annet werkte veertien jaar lang als ontwerpster voor een nacht- en badkledingmerk in Nederland, totdat ze eens verder wilde kijken. “Ik nam een tussenjaar en bemerkte dat ik het ontwerpen heel erg miste”, zegt Annet. Haar verhaal zou rechtstreeks uit een film kunnen komen. In haar tussenjaar spotte de eigenaar van een Amerikaans kledingmerk haar werk in Hongkong en was er enorm door gecharmeerd. “Er hingen een aantal jassen en loungekleding van mijn hand, in mooie, natuurlijke materialen.” Op het moment dat Annet besloot terug de ontwerpwereld in te gaan, nam de Amerikaan contact op. Ze spraken af in Parijs en het klikte meteen.

Kledingontwerpster Annet de Jong aan de schetstafel.

Ze werkt nu al een aantal jaar, op zzp-basis, voor een nacht- en loungekledingmerk. Daarnaast heeft ze in Akkrum de Cocoon Concept Store, wat tegelijk haar ontwerpplek is. In het keukentje staan een rij moodboards. Achter een roomdivider in de winkel staat haar ‘ontwerpbureau’, aan een rek aan de muur hangen verschillende stoffen. Ze is een paar keer in Amerika geweest, om bij het bedrijf te kijken en bij de grote warenhuizen waar haar collectie daadwerkelijk hangt, zoals Macy’s. Haar nieuwe ontwerpen presenteert ze via een beeldbelverbinding. Annet laat een brochure zien, waarop een paar prachtige dames poseren in elegante nachtkleding. Gretha’s mond valt even open. “Dit heb jij allemaal gemaakt?”, vraagt ze verbaasd.

Cultuurverschillen

Vanuit Akkrum ‘over the world’ dus. Hoewel Amerika en Australië beide westerse landen zijn, zijn er toch opmerkelijke cultuurverschillen. Gretha herinnert het zich nog goed. “De wereld van start-ups in Australië is behoorlijk mannelijk. Een op de twintig is vrouw, schat ik.  Mannen in blauw pak en een suffe stropdas. Dan kwam ik ‘dat creatieve vrouwtje met haar gekke ideeën’.” Gretha liet zich er niet door van de wijs brengen. “Daar moet je gewoon boven staan.” Ondertussen zijn ze in Australië die ‘creatieve vrouw’ wel gewend. De man die de fonteinen in elkaar zet, die zegt nu ‘mate’ tegen mij”, lacht Gretha.

Annet botste in het begin een beetje met het conservatieve van de Amerikanen. “Ze zijn heel traditioneel en eigenwijs. De kleding is vaak klassiek. Dan denk ik: de dames willen ook weleens wat mooiers. Dat vind ik best een uitdaging.” Het merk wilde graag een frisse wind in vorm van Europese stijl. “Maar om het beeld wat daar in de winkels hangt te veranderen, is ook niet makkelijk”, geeft Annet meteen toe. “Hier heb je allemaal boutiques die een paar stuks afnemen, daar nemen grote warenhuizen af.”

“Het komt ze soms rauw op hun dak, zoals wij Nederlanders zijn”

Verrast was Annet niet. “Nee het beeld wat ik van Amerika had, dat klopt eigenlijk precies. Ze weten bij het bedrijf dat ik uit Europa kom. Daar moesten ze wel aan wennen, want ik zeg vrij direct wanneer ik iets niet wil, maar wel altijd met respect.” Gretha herkent dat ook. “Het komt ze soms rauw op hun dak, zoals wij zijn. In Australië zijn ze ook erg conservatief. Ze zijn zó beleefd, dat is soms lastig zakendoen. In Nederland zeggen ze meteen waar het op staat. Maar daar moet je er soms met een hele omweg achter komen wat ze eigenlijk bedoelen. Je weet nooit waar je aan toe bent. En in de winkels: “Hi, how are you, how is your day?”, dan keek ik achterom en dacht: moet ik daar antwoord op geven?”

Beide dames hebben veel werkervaring opgedaan voordat ze op deze wijze aan de slag gingen. Ze weten wat ze kunnen, waar ze voor staan en zijn niet verlegen voor zichzelf op te komen. Nu in deze tijd waarin velen thuiswerken, lijkt de omgeving wel beter te begrijpen hoe ze het precies doen. Want met de moderne technieken blijkt veel mogelijk. En je moet natuurlijk stevig in je schoenen staan, als je de wereld aan je voeten hebt.

Van de fonteinen van The O initiative van Gretha staan er nu 14 in Australië en drie in Nederland: een op Schiphol en twee in Leeuwarden. Het kledingmerk waar Annet de ontwerpster van is, is op dit moment alleen verkrijgbaar in Amerika. Vanwege een contractuele overeenkomst mag Annet het merk niet noemen.  

Foto’s: Tom Coehoorn

Delen.

Laat een reactie achter