Met Fokko Bosker op zoek naar de zeldzame velduil

0

Als er voldoende fastfood aan woelmuizen beschikbaar is, gaat het een stuk beter met de velduil. Zodra zich een muizenplaag voordoet en McMuis het loket opent, beleeft deze grote uil een topjaar. Toch blijft de waarneming zeldzaam, en gaat het eerder om tientallen dan om honderden vogels. Veelal betreft het migranten, de nationale populatie is al jaren zieltogend. Een goede kans een of meerdere velduilen te spotten biedt Noard-Fryslân Bûtendyks.

 

Holwerter Westpolder (c) Dico de Klein

Tussen de pier van Holwerd en Zwarte Haan beheert It Fryske Gea zo’n 2000 hectare aan kwelders. Noard-Fryslân Bûtendyks is daarmee het grootste aaneengesloten kweldergebied van Europa. Deze boomloze vlakte die zich uitstrekt langs de hoog oprijzende Deltadijk is een vervreemdend soort niemandsland. Geen zee, maar ook geen vaste grond. Het slik en de zilte weiden gaan geleidelijk over in het wad en maken er onmiskenbaar deel van uit.

Elke dag komt en gaat het zoute water en laat die inwerking van eb en vloed zijn sporen na in het gebied. Door de zomerpolders en kwelder loopt een grillig patroon van geulen en prielen zich steeds fijnmaziger vertakkend in het slib. Bij springvloed en storm staat het hele gebied blank en slaat het water bruisend stuk op de basalten dijk. Dat de wetten van de natuur hier zo zichtbaar gelden, levert een bijzondere verscheidenheid aan planten en dieren op die onderling sterk afhankelijk van elkaar zijn. Bepaalde insectenlarven gedijen uitsluitend op kwelderplanten, dat trekt weer bijzondere vogels en vleermuizen aan. Voor trekvogels zoals rot- en brandgans is de Waddenkust een belangrijke halteplaats tijdens hun intercontinentale vluchten. Er komen wel 240 verschillende soorten vogels voor, vooral ganzen, strandlopers en wulpen.

De dynamiek van de Waddennatuur

In een oksel van de pier naar de veerboot, die tussen Ameland en Holwerd heen en weer pendelt, en de Waddendijk, is een ruime parkeerplek voor wadlopers en kwelderliefhebbers. Ik parkeer direct over de dijk aan de linkerhand. Hier begint mijn wandeltocht door de Holwerter westpolder, onderdeel van Noard-Fryslân Bûtendyks. De andere kant op, in de richting van Wierum staan twee metershoge figuren naast elkaar te turen over het wad. Imposant.

Najaar, winter en vroege voorjaar zijn de beste seizoenen om de velduil te zien

De beelden van een gezette en slanke vrouw maken deel uit van Sense of Place. Wachten op hoogwater van Jan Ketelaar gaat over de zoektocht naar balans en uitwisseling en vormt een perfecte uitdrukking van de dynamiek tussen Waddennatuur en mens. Ik kom hier graag. Er staat een ferme wind uit het zuidwesten, tussen het grijze laaghangende wolkendek duiken kleine eilandjes blauw op. Tijdens het broedseizoen is het pad gesloten, dus vanaf half maart tot juli. Juist het najaar, winter en vroege voorjaar zijn de beste seizoenen om de velduil te zien vliegen en jagen. Buiten het broedseizoen mag de bezoeker vrij door het gebied struinen, al doe je er goed aan het pad te houden om niet voor rare verrassingen te komen te staan. Slik en diepe geulen leveren onverwachte barrières op.

Omgeven door vogelgeluid

Het pad door kwelderland volgt grotendeels de lage kade langs de waterputten voor de halfwilde kuddes paarden en runderen die het buitendijkse gebied begrazen. Vooral de paarden zijn nieuwsgierig en lopen een stukje met mij mee. Over een smalle stalen brug met leuning over een diepere geul bereik ik een volgend stuk van de polder. De paarden hebben het nakijken. Tureluurs vliegen een stukje met me op. Ik ben omgeven door vogelgeluid.

Aan de sporen in het slijk zie ik dat er in dagen geen mensen hebben gelopen. Het kwelderwater murmelt door een geul als een zacht stromend beekje. De meanders trekken voren door de zomerpolder. De zeeasters zijn uitgebloeid, het lila van de bloemen kleurt bruin. Een bruine kiekendief cirkelt boven het grasland. Als een cowboy drijf ik een kudde jongvee voor me uit die in sukkeldraf voor me uit loopt naar de dijk. Ik hoor het slik knisperen. In de verte glinstert het water van de Waddenzee, daarachter ligt Ameland.

Anders dan andere uilensoorten jaagt de velduil overdag

Het pad terug loopt direct onder de dijk langs. Over de kruin hobbelt een haas, die het rustig aan doet. Langoor houdt zo nu en dan halt, de oren geheven. Even later zie ik links van me een roofvogel laag over de polder scheren. Het silhouet tekent scherp af tegen de grijze lucht. Ik pak de verrekijker erbij. Verdorie, die platte kop met doordringende ogen. Ik heb geluk. Het is een velduil die voorbijglijdt, anders dan andere uilensoorten jaagt de velduil overdag. Dit exemplaar klapwiekt rustig voorbij, maakt een draai en vliegt vervolgens tegen de wind in, turend naar een prooi in het gras. In de verte landt de velduil, ik kan niet zien of een muis pech heeft. Na een tijdje wachten, besluit ik verder te lopen. De uil zie ik niet meer. Maar toch, wat een mazzel. 

Velduil in vlucht (c)Hans Pietersma

Broedterritorium

Onverwacht kun je in de natuur zomaar iets bijzonders beleven. Heel enkel betreft het in Noard-Fryslân Bûtendyks broedgevallen, zo is er in de verderop gelegen kwelder Marrum in 2018 een broedterritorium vastgesteld. Het aantal broedparen neemt toe als er veel eten voorhanden is, in het geval van de velduil gaat de voorkeur duidelijk uit naar woelmuizen. In jaren dat zich een plaag voordeed zoals in 2014 neemt het aantal broedgevallen met tientallen toe. Vooral in Fryslân ging het de velduil voor de wind.

Het betreft helaas slechts tijdelijke pieken die de sterke teruggang in Noordwest-Europa maskeren. In Nederland is de soort de afgelopen eeuw hard achteruitgegaan vooral door intensivering van de landbouw. Piekaantallen van woelmuizen doen zich juist voor in natuurlijke gebieden met een dynamisch milieu en extensief beheerde graslanden. De velduil reageert direct op het grotere voedselaanbod door meer eieren te leggen. Velduilen zijn geen habitat- maar voedselspecialisten. Als de voedselsituatie verslechtert trekken ze verder, naar nieuwe, gunstiger gebieden. De keuze voor het leefgebied wordt vooral bepaald door het eten.

Nomaden

Niet alle velduilen zijn nomaden die in de wintermaanden vanuit Scandinavië en de Noord-Duitse laagvlakte het buitendijks gebied van Fryslân aandoen. Verspreid over de Waddeneilanden en de Waddenkust houdt nog een klein aantal diehards stand. Waaronder dus ook een paar die in het buitendijks gebied in het gras een eenvoudig nest maken. Als er minder muizen voorhanden zijn passen ze hun overlevingsstrategie aan. Ze leggen minder eieren en stappen over op alternatieve prooien, zoals kleine vogelsoorten. In voedselarme jaren zal een paartje helemaal geen legsels produceren. Wel is aannemelijk dat als er pieken optreden in het aantal velduilen, de aanwas vooral van elders afkomstig is.

Velduil (c) Hans Pietersma

In gunstige jaren kunnen er tot in juni nog legsels volgen. De jongen verspreiden zich al na twee weken. In de winter foerageren de velduilen in het hele gebied tussen Zwarte Haan en de pier van Holwerd. Een belangrijke verzamellocatie is het natuurgebied de Peazemerlannen bij Peasens. Daar is op 13 maart van dit jaar nog een groep van zeventien velduilen gezien. Meestal betreft het waarnemingen van een of enkele exemplaren met uitschieters van groepjes van drie tot vier. De velduil brengt veel tijd vliegend door en leidt een zwervend bestaan. Het gedrag en ook de vlucht vertoont veel overeenkomsten met kiekendieven. Het is een prachtig dier.

Vogelakkers

Net als veel andere vogels zijn velduilen gebaat bij akkers met luzerne of klaver die voorzien zijn van stroken die lange tijd braak liggen en waarin kruiden en grassen groeien of extensief beheerde graslanden. Die bevorderen een muizenrijke situatie. Door het maaien van de eiwitgewassen zijn de veldmuizen vervolgens een makkelijke prooi, niet alleen voor velduilen maar ook voor de kiekendieven. Dergelijke zogenoemde vogelakkers zijn ook nog eens mooi om te zien en vormen kleurrijke eilandjes van biodiversiteit in het intensief gebruikte agrarisch landschap. Daarvan kunnen ook de velduilen in het dynamische kwelderlandschap profiteren. Wie weet laten de baltsende velduilen zich dan vaker zien en vestigen ze zich definitief en met meer in de Friese kuststrook. Hoe zeldzaam ook, het is een prachtige verschijning. Ik voel de adrenaline en de kick nog lang nadat ik het wad de rug heb toegekeerd. Zelfs thuis achter het beeldscherm, terwijl ik deze woorden tik, herbeleef ik opnieuw dat moment.     

Tekst: Fokko Bosker

Delen.

Laat een reactie achter